Suikerreductie

Nog eens 7% minder suiker in frisdranken tegen 2025

De leden van VIWF, de Vereniging van de Belgische Water- en Frisdrankindustrie, hebben zich geëngageerd tot een extra suikerreductie van 7% in de periode 2021-2025, bovenop de reeds behaalde 20% reductie tussen 2012 en 2020. Dit brengt het totaal van suikervermindering sinds 2000 in België op een spectaculaire 42%.

VIWF volgt daarmee UNESDA, de overkoepelende organisatie van frisdrankproducenten in Europa, met haar nieuwe engagementen om de suikerinhoud in frisdranken tussen 2019 en 2025 met 10% percentage te verminderen.

De frisdrankindustrie in Europa streeft ernaar het voor consumenten eenvoudiger te maken om gezonde keuzes te maken. Zowel beleidsmakers als consumenten streven naar voeding die zo gezond en duurzaam mogelijk is, en het verminderen van toegevoegde suikers maakt daar deel van uit.

In België hebben fabrikanten zich historisch gezien volledig ingezet voor de Europese doelen. In het kader van het Convenant Evenwichtige Voeding, gesloten tussen Fevia en de voormalige minister van Volksgezondheid Maggie De Block in 2016, hebben frisdrankproducenten tussen 2012 en 2020 al een suikerreductie van 20% bereikt. Nu verbinden Belgische fabrikanten zich dus ook tot een extra reductie van 7% tussen 2021 en 2025 (deze tijdslijn verschilt van de Europese, maar wanneer we hun inspanningen in 2019-2021 in overweging nemen, zullen Belgische fabrikanten ook de beoogde 10% bereiken).

Geen andere sector doet het beter

Bovendien hebben frisdrankproducenten sinds eind 2016 beloofd geen gesuikerde frisdranken meer aan te bieden in de verkoopautomaten op scholen. In het basisonderwijs zijn er al geruime tijd geen frisdrankautomaten meer aanwezig, en sinds 2018 worden in automaten op middelbare scholen enkel water, fruitsap en suikervrije frisdranken aangeboden.

Philip Buisseret, secretaris-generaal van VIWF, benadrukt: "De consumenten en beleidsmakers hechten veel belang aan keuzevrijheid en gezondheid. Als sector komen we hieraan tegemoet met kleinere verpakkingen, nieuwe innovatieve dranken met minder of helemaal zonder suiker, en ook een vermindering van de hoeveelheid toegevoegde suikers. De frisdrankensector heeft de afgelopen twee decennia meer dan welke andere voedingssector ook met succes producten hervormd, met een gemiddelde reductie in calorieën van maar liefst 35% sinds 2000."

Zoetstoffen: wat, hoe, waarom?

Waarom zijn we zo zot op zoet? Niemand hoeft zich er schuldig over te voelen, we krijgen het letterlijk met de moedermelk mee. Die is zoet van smaak, wat dus wordt geassocieerd met ‘genieten’ en ‘veiligheid’. Maar té is nooit goed. Zowel producent als consument gaan er dus best bewust en verantwoord mee om.

Er zijn twee belangrijke soorten ‘zoetmakers’: suikers (waaronder natuurlijke of ‘trendy’ suikers) en zoetstoffen. De traditionele of ‘regular’ frisdranken worden gezoet met suikers, vooral kristalsuiker en glucosestropen. De ‘light’ frisdranken worden gezoet met zoetstoffen of met een combinatie van suikers en zoetstoffen, waardoor ze minder calorieën bevatten (minimaal 1/3 minder calorieën).

Zoetstoffen kunnen we onderverdelen in twee categorieën: zoetstoffen met calorieën, zoals polyolen, en laagcalorische (of intensieve) zoetstoffen. Deze hebben een veel groter zoetend vermogen dan suiker, waardoor er veel minder van nodig is. De benaming ‘light’ mag trouwens pas gebruikt worden wanneer het energiegehalte minimum 30% lager is dan dat van een vergelijkbaar regular product. Veel gebruikte zoetstoffen zijn aspartaam, acesulfaam-k en sucralose.

Heel wat voordelen

Laagcalorische zoetstoffen zijn niet enkel veilig, ze helpen de energie-inname te beperken als ze energierijkere ingrediënten vervangen. Ze kunnen dus gewichtsverlies bevorderen, als onderdeel van een afslankdieet in combinatie met voldoende lichaamsbeweging.

Bovendien dragen ze bij tot de hydratatie door de calorietoevoer van dranken te verminderen. Ze kunnen ook de verhoging van de suiker- en insulinespiegel na de maaltijd beperken, zowel bij gezonde personen als bij diabetespatiënten. Er is ook een positief effect op het gebit.

Suikerreductie

Vanuit onze drankensector zetten we daarom alvast stevig in op het gebruik van deze zoetstoffen en proberen we suiker te reduceren. In de periode 2021-2025 gaat het om 7% minder suiker, bovenop de 20% in de periode 2012-2020. Dat brengt de totale reductie van suiker sinds 2000 in België op een spectaculaire 42%.

Al mogen we ook niet vergeten dat suiker een uitstekende en natuurlijke bron van energie is. Gesuikerde dranken zijn daarom geschikt voor mensen met een actieve levensstijl. Daarom bestaan er naast frisdranken die gewoonweg de dorst lessen, ook energie- en sportdranken.

Het zoetstoffenplatform

VIWF staat achter www.zoetstoffen.eu, dé website bij uitstek om meer te weten te komen over zoetstoffen, op basis van gevalideerde informatie. Op dit platform vind je feitelijke informatie over alle zoetstoffen die in de Europese Unie zijn toegestaan i.v.m. gezondheid, veiligheid, gebruik alsook een aantal hulpmiddelen om jouw zoetstofinname te evalueren.

Wil je weten of je inname van suiker veilig is? Ga naar de ‘zoetstoffencheck’ en doe je de test. 

Wereldgezondheidsorganisatie herbevestigt: aspartaam is veilige zoetstof voor onze dranken

Aspartaam in onze dranken is en blijft veilig. Dat herbevestigt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 14 juli 2023. Een rapport van het International Agency for Research on Cancer (IARC) zaaide eerder verwarring door de zoetstof - net als gepekelde groenten en aloë vera overigens - als ‘mogelijk kankerverwekkend' te classificeren. We leggen je graag uit waarom deze classificatie niét betekent dat aspartaam in onze dranken onveilig is.

Het IARC is een onderdeel van de WHO dat, met het oog op kankerpreventie, het kankerverwekkende karakter van allerlei stoffen beoordeelt. Dit agentschap deelt alle stoffen onder in 4 groepen:

1. Bewezen kankerverwekkend (bv alcohol en fijne vleeswaren)

2A. Waarschijnlijk kankerverwekkend (o.a. rood vlees)

2B. Mogelijk kankerverwekkend (gepekelde groenten, aloë vera en nu dus ook aspartaam)

3. Stoffen waarvoor onvoldoende gegevens beschikbaar zijn.

“Mogelijk kankerverwekkend” betekent dat bepaalde studies een verband suggereren, maar onvoldoende om dit verband aan te tonen. Deze classificatie zegt bovendien ook enkel iets over de stof zelf, niét over de hoeveelheid die je moet innemen waardoor deze stof mogelijk onveilig is. De beoordeling van de aanbevolen hoeveelheid – en dus van de voedselveiligheid – gebeurt door een andere instantie binnen de Wereldgezondheidsorganisatie: het Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives (JECFA).

En deze instantie benadrukt duidelijk dat er géén gevaar is voor onze gezondheid, zolang je geen overmatige inname van aspartaam hebt. De toegelaten hoeveelheid aspartaam is 40mg/kg lichaamsgewicht per dag – wat overeenkomt met meerdere liters frisdrank met aspartaam per dag. Zolang je onder deze drempel blijft is aspartaam dus perfect veilig.

Dat concludeert de WHO in een rapport op basis van een brede analyse van wetenschappelijke studies en overheidsrapporten door onafhankelijke experten. “Er is geen overtuigend bewijs dat er een link is tussen de consumptie van aspartaam en kanker bij mensen”, besluit Dr Moez Sanaa, Head of the Standards and Scientific Advice on Food and Nutrition Unit van de WHO.

Ook onze Federale Overheidsdienst Volksgezondheid bevestigt dat het advies voor aspartaam niet wijzigt. “De indeling door de WHO van aspartaam als ‘mogelijk kankerverwekkend’ zegt niets over het risico om kanker te ontwikkelen bij een bepaald blootstellingsniveau”, aldus de FOD. “JECFA concludeert bovendien dat aspartaam niet genotoxisch is en er geen plausibel mechanisme is gevonden dat zou duiden op de mogelijkheid om kanker te veroorzaken.”