Suikertaks 2

De gezondheidstaks: tijd voor herbronning

In januari 2016 werd een aanzienlijke accijnsverhoging op frisdranken aangekondigd onder het mom van de 'gezondheidstaks'. Het oorspronkelijke doel was om consumenten aan te moedigen gezondere voedselkeuzes te maken, beginnend met frisdranken, met beloftes van verdere maatregelen.

De zgn. ‘gezondheidstaks’ is ingevoerd door de regering Michel in het kader van de begrotingsoefening voor 2018. De invoering van deze taks was de laatste in een reeks verhogingen van de fiscale druk op de sector van de waters en frisdranken sinds het aantreden van deze regering in oktober 2014.

  • Op 1 januari 2015 werd het tarief geïndexeerd tot 3,7284 €/hl.
  • Op 1 januari 2016 werd het tarief nogmaals verhoogd, dit keer in het kader van een nieuw aangekondigde ‘gezondheidstaks’. Er volgde een bijna verdubbeling tot 6,8133 €/hl.
  • Op 25 juli 2017 werd een volgende verhoging van de accijnzen op frisdranken aangekondigd die een bijkomende 75 miljoen € per jaar voor de staatskas moeten opbrengen.
  • Sinds 1 januari 2018 bedraagt het tarief 11,9233 €/hl, opnieuw bijna een verdubbeling.[HS1]
  • Sinds 1 januari 2015 is het accijnstarief meer dan verdrievoudigd.

Het doel was nobel: consumenten stimuleren om gezondere keuzes te maken. Maar in werkelijkheid diende deze 'gezondheidstaks' vooral als financiële bron voor een bredere herstructurering van belastingen. Het probleem? Deze taks maakt geen verschil tussen suikerhoudende en suikervrije dranken en liet talloze andere producten met suiker en zoetstoffen ongemoeid.

De economische impact van deze 'gezondheidstaks' is aanzienlijk. Rapporten tonen aan dat deze taks de frisdrankensector heeft getroffen en de inflatie heeft verhoogd, wat de koopkracht van consumenten heeft aangetast en hem stimuleert om over de grens zijn aankopen te doen.

Uit een analyse van eind 2022 blijkt dat het prijsverschil tussen frisdrank hier en in het buitenland kan oplopen tot liefst 35%.

Uit GfK cijfers blijkt dat in de afgelopen 5 jaar (van 2017 tot en met 2021) onze water- en frisdrankproducenten zo’n 369 miljoen euro omzet aan hun neus hebben zien voorbijgaan door de grensaankopen. Minder omzet betekent minder investeringen, minder aanwervingen en lagere tewerkstelling. Aangezien de Belgische verbruiksbelasting ongeveer 45% bedraagt van de winkelprijs, heeft de overheid meteen over dezelfde periode meer dan 166 miljoen euro aan inkomsten misgelopen.

Onrechtvaardige belastingverhoging voor gearomatiseerd water

Waar het gearomatiseerde waters betreft, beloofde de regering vrijstelling voor suiker- en zoetstofvrije varianten. Deze belofte bleek beperkt tot de laatste belastingverhoging, wat onrechtvaardig is. Deze dranken zouden, net als gewoon water, volledig vrijgesteld moeten worden van accijnzen.

Daarom doen we als VIWF een beroep op de overheid om de accijnzen op dranken te verlagen en de 'gezondheidstaks' af te schaffen. Deze taks heeft weinig te maken met gezondheid, gezien het gebrek aan onderscheid tussen suikerhoudende en suikervrije dranken.

Als de regering serieus werk wil maken van een 'gezondheidstaks', moeten tarieven gebaseerd zijn op het suikergehalte van producten, met aparte tarieven voor producten met suiker, light-producten en nul-tarieven voor producten zonder suiker.

Geen nut voor onze gezondheid: vinden ook de consumenten

Helft Belgen geeft aan: suikertaks zorgt niet voor gezondere keuzes 

 De Belgische overheid lanceerde in 2015 de suikertaks op (fris)dranken. Het doel was duidelijk: de consumptie van suikerhoudende dranken ontmoedigen en bijdragen aan een gezondere samenleving. Maar de taks schiet zijn doel voorbij, zo blijkt uit onze Beverage Barometer 2023. Consumenten geloven, net als VIWF, niet in bestraffing door dranken duurder te maken, maar eerder in sensibilisering en stimulering.

Het was toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) die de suikertaks invoerde. Dat die taks niet enkel voor gesuikerde maar ook voor light-frisdranken en zelfs waters met een smaakje zou gelden, deed al eerder de wenkbrauwen fronsen. "De suikertaks is geen gezondheidstaks", benadrukte Loes Neven van het Vlaams Instituut Gezond Leven in 2021. "Het is eigenlijk een accijnsverhoging. De taks wordt ook niet geherinvesteerd in gezondheidsdoeleinden."*

En de consument is het hiermee eens. Hoewel gezondheid voor de Belg een belangrijk criterium is in hun drankenkeuze, gelooft de helft (48,5%) niet dat je mensen overtuigt om gezondere keuzes te maken door dranken duurder te maken met een suikertaks. Slechts 13,9% steunt de stelling dat mensen enkel gezondere keuzes zullen maken als ze hiertoe gedwongen worden (bv door dranken duurder te maken).

De Belg (63,9%) ziet meer heil in mensen op een positieve manier te stimuleren en te sensibiliseren. Vooral voorlichting en bewustwording is dus aan de orde.

Overheid moet belonen, niet straffen

VIWF en zijn leden staan vanzelfsprekend achter het idee om gezonde voeding te stimuleren, onder andere in de strijd tegen obesitas. We willen er ook heel graag aan bijdragen. Als producenten willen we onze verantwoordelijkheid nemen, binnen een breed gedragen aanpak. Maar daar knelt nu net het schoentje. Een ‘suikertaks’ die enkel frisdranken viseert, blijkt weinig effectief in het geheel van de consumptie.

Zelfs de EU heeft dat in 2022 al erkend: in haar rapport stelde de Europese Commissie dat ‘het effect op de totale voedselinname niet groot genoeg is om deze belastingen als een op zichzelf staande strategie voor dieetverbetering te beschouwen’. De belastingen zijn volgens het rapport te geïsoleerd, te blind, te ondoordacht.

VIWF is het hier volmondig mee eens. Overgewicht en obesitas zijn complexe problemen met uiteenlopen oorzaken. Dat los je niet op met een geïsoleerde, vrij simplistische taks met daarenboven een haast stigmatiserende vingerwijzing naar één partij/product. Nee, het vereist een veelzijdige aanpak waarbij regeringen, industrie, gezondheidszorg en maatschappij moeten samenwerken.

Vrijwillige initiatieven van de industrie zijn wél een effectief alternatief voor regelgeving gebleken. Daarom zijn wij voorstander van een samenwerking met alle relevante stakeholders om doeltreffende zelfregulerende initiatieven verder te ontwikkelen, en alle levensmiddelencategorieën op een meer zinvolle manier te doen bijdragen aan de vermindering van de totale suiker- en calorie-inname van de Europese consument.

(*Bron: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/08/02/een-op-de-vijf-belgen-drinkt-dagelijks-frisdrank/)

Rapport Europese Commissie bevestigt: suikertaks zorgt niet voor gezondere consumptie

Is een suikertaks op frisdranken een doeltreffend middel om obesitas en overgewicht in Europa te bestrijden? De Europese Commissie stelt in haar jongste rapport dat het vraagteken op zijn minst gewettigd is. Te geïsoleerd, te blind, te ondoordacht. Wij maakten samen met UNESDA, de Europese koepelfederatie van frisdrankproducenten, alvast een eerste balans op.

Eerst en vooral willen we stellen dat we met VIWF vanzelfsprekend achter het idee staan om gezonde voeding te stimuleren, onder andere in de strijd tegen obesitas. We willen er ook heel graag aan bijdragen. Als producenten willen we onze verantwoordelijkheid nemen, binnen een breed gedragen aanpak. Maar daar knelt nu net het schoentje. Een ‘suikertaks’ die enkel frisdranken viseert, blijkt weinig effectief in het geheel van de consumptie.

 Op 19 juli 2022 publiceerde de Europese Commissie een nieuw rapport dat de bestaande fiscale en prijsmaatregelen in kaart brengt, die de consumptie van alcohol en van producten met een hoog vet-, suiker- en zoutgehalte (HFSS), moeten verminderen. Daaronder dus ook de suikertaks, die sinds 2015 in de Europese Unie bestaat. Voorwerp van het onderzoek waren de landen van de EU, Australië, Chili en de Verenigde Staten. 

Hoofdconclusie? Het rapport erkent dat ‘het effect op de totale voedselinname niet groot genoeg is om deze belastingen als een op zichzelf staande strategie voor dieetverbetering te beschouwen’. Voorts duidt het op ‘de rol van andere beleidsmaatregelen om positieve gezondheidsresultaten te bereiken’, dus samen met alle andere spelers in deze complexe problematiek. We zetten de belangrijkste bevindingen even op een rij.

 Geen bewijs van positief effect

Momenteel is er volgens het rapport geen enkel concreet bewijs dat een selectief belastingbeleid obesitas, overgewicht en daarmee gepaard gaande aandoeningen heeft verminderd. “De aankoop van suikerhoudende frisdranken en voedingsmiddelen rijk aan vet, suiker en zout neemt weliswaar af na de invoering van fiscale maatregelen, maar de mate waarin dit de algemene gezondheid beïnvloedt, blijft onduidelijk op basis van de huidige gegevens.” 

Sterker nog, landen als Finland, Frankrijk of Ierland maken nog steeds melding van stijgende zwaarlijvigheidcijfers, terwijl de consumptie van frisdranken is gedaald. Dat wordt trouwens ook door het ‘European Childhood Obesity Surveillance Initiative Report’ van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bevestigd.

Frisdrank niet de boosdoener

De suikertaks geldt voor producten die slechts een klein deel van de totale voedsel- en drankinname vertegenwoordigen. Frisdranken leveren inderdaad niet de belangrijkste bijdrage aan de inname van vrije suikers. In het advies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) over dieetsuikers staat dat bijvoorbeeld tafelsuiker, honing, siropen en zoete desserts op basis van water het meest bijdragen tot de inname van toegevoegde en vrije suikers in de Europese landen. 

Dit leidt tot de conclusie dat een fiscaal beleid dat slechts één productcategorie viseert, de consumptie van suiker onvoldoende aanpakt en de voedingssector onvoldoende aanmoedigt tot herformuleringen in alle in alle voedsel- en drankproducten om zo te komen tot een lagere suiker-, vet- en zoutinname. 

Slimme in plaats van vlakke taks

Belastingen op basis van het nutriëntengehalte hebben meer kans om het gedrag van de consument te veranderen, stelt het rapport. Zo’n ‘slimme belasting’ heeft inderdaad een grotere kans om consumenten alternatieve keuzes te doen maken en om herformulering door fabrikanten aan te moedigen. Een suikerbelastingregeling zou een trapsgewijze aanpak moeten hanteren voor producten zonder en met weinig calorieën. Dus niet: overal dezelfde lineaire taks, ongeacht de hoeveelheid toegevoegde suikers. Zo wordt de consument immers niet in de richting van caloriearme alternatieven gestuurd, en worden de inspanningen van de frisdrankensector volledig ondermijnd.

Geen simpele oplossingen

Overgewicht en obesitas zijn complexe problemen met uiteenlopen oorzaken. Dat los je niet op met een geïsoleerde, simplistische taks met een haast stigmatiserende vingerwijzing naar één partij. Nee, het vereist een veelzijdige aanpak waarbij regeringen, industrie, gezondheidszorg en maatschappij moeten samenwerken. Vrijwillige initiatieven van de industrie zijn wél een effectief alternatief voor regelgeving gebleken. 

Daarom zijn wij voorstander van een samenwerking met alle relevante stakeholders om doeltreffende zelfregulerende initiatieven verder te ontwikkelen, en alle levensmiddelencategorieën op een meer zinvolle manier te doen bijdragen aan de vermindering van de totale suiker- en calorie-inname van de Europese consument.

Wat deden we als sector al?

  • Een vermindering van 15% van de gemiddelde toegevoegde suikers tussen 2000 en 2012 en van 20% sinds 2012. Tegen 2025 willen we in heel Europa nog eens 7% minder suiker gebruiken, een totale vermindering van méér dan 40% in de afgelopen twee decennia.
  • Wij maken geen reclame specifiek gericht op kinderen jonger dan 12 jaar, in geen enkel medium wanneer minstens 35% van het publiek uit kinderen bestaat.
  • Sinds 2006 verkopen we geen frisdranken meer in basisscholen in de EU en maken we er ook geen reclame meer voor. In middelbare scholen worden alleen nog frisdranken zonder en met weinig calorieën aangeboden, en enkel in automaten zonder merknaam.
  • Hoewel voedingswaarde-informatie op de voorkant van de verpakking in de EU niet verplicht is, verstrekt onze sector deze informatie sinds 2008 vrijwillig om de Europese consumenten te helpen goed geïnformeerde keuzes te maken.

De weg vooruit

Jarenlang heeft onze industrie verregaande inspanningen gedaan om het gemiddelde gehalte aan toegevoegde suiker te verlagen en matige consumptie te bevorderen. We verbreden voortdurend ons gamma met suikervrije of suikerarme dranken. Liefst 6 op de 10 nieuwe drankjes die het afgelopen decennium op de markt kwamen, bevatten weinig tot geen suiker. We promoten caloriearme en -vrije producten om het gedrag van de consument een duwtje in de rug te geven, en we verkleinen de verpakkingen om porties te helpen beheersen.

Maar die inspanningen worden tenietgedaan met een suikertaks die rechtlijnig en geïsoleerd wordt opgelegd, zonder het suikergehalte in rekening te brengen. Dat maakt de taks niet enkel oneerlijk, maar ook ineffectief. Je krijgt geen mooi gebit door maar één tand te poetsen. Kortom, de suikertaks is een verspilling van middelen, die beter naar R&D zouden gaan om de producten nog verder te ontwikkelen. Een positieve stimulans werkt altijd beter dan willekeurig straffen.

Grensaankopen

Bijna 4 op de 10 Belgen kopen dranken over de grens

Belgische ‘taksenlasagne’ drijft consumenten naar het buitenland

Liefst 37% van de Belgen geeft aan dranken in onze buurlanden te kopen. Bijna 1 op de 9 zelfs minstens elke maand, zo blijkt uit onze bevraging bij 1000 Belgen. “Alle Belgische taksen en heffingen zorgen ervoor dat zowel onze bedrijven als de overheid inkomsten mislopen”, concludeert VIWF.

We steken steeds vaker de grens over om te besparen op dagdagelijkse producten. Zeker voor onze dranken is dit het geval. Ons land heft immers, bovenop de BTW en normale accijnzen, nog een verpakkingsheffing en zogenaamde ‘suikertaks’ (die ook geldt op dranken zonder suiker of zoetstoffen zoals gearomatiseerde waters).

Liefst vier op de tien Belgen geven aan grensaankopen te doen. En zelfs niet alleen mensen die in de grensregio’s wonen, ook vanuit bijvoorbeeld Brussel zijn er veel mensen die geregeld in onze buurlanden gaan winkelen. 11,4% maakt zelfs minstens elke maand een shoppingtripje over de grens. Bij jongeren (-34 jaar) is dat liefst 17,2% en 5,2% van hen doen dit zelfs wekelijks.

“Het is dan ook een feit dat onze dranken in België duurder zijn dan in de omringende landen sinds ons land naast de verpakkingsheffing in 2015 een extra taks op gezoete dranken heeft ingevoerd. Nemen we bijvoorbeeld een fles frisdrank van 1,5l waarvoor je in België (Carrefour) 1,53 €/liter betaalt; in Nederland vind je dezelfde fles aan 1,27 €/l (dat is 17% minder duur); in Duitsland betaal je daarvoor (bij REWE) slechts 0,99 €/l of 35% minder, en in Frankrijk (Auchan) betaal je afhankelijk van de fles hetzij 1,08 €/l (voor een 1,75 liter fles), dat is 29% minder, of 1,22 €/l (voor een 1,25 liter fles) dat is 20% minder. Dergelijke hoge accijnzen hollen de koopkracht uit, zeker voor de lagere inkomens”, legt VIWF-voorzitter Bart Peeters uit.

Suikertaks streeft doel voorbij

Zo’n 55% van de Belgen vindt dan ook dat met name de suikertaks zijn doel voorbijstreeft en niet zorgt voor een gezondere consumptie. “Deze taks wordt geheven op alle dranken die suiker of zoetstoffen bevatten – dus ook light varianten, thees, koffies en ook waters met een smaakje die zelfs geen suikers of zoetstoffen bevat. Ze moedigt consumenten dus niet aan om hun suikerinname te beperken en voor caloriearme alternatieven te kiezen, wat nochtans de bedoeling was. Integendeel, het drijft enkel onze Belgische prijzen op en zorgt er dus voor dat mensen gewoon over de grens hun dranken gaan kopen, wat een stevige aderlating is voor onze Belgische drankenindustrie maar ook voor de Belgische staatskas”, geeft VIWF aan.

“Als we in onze bevraging zien dat de Belg gemiddeld 50 euro per maand uitgeeft aan niet-alcoholische dranken en meer dan een tiende minstens één keer per maand over de grens aankoopt, vloeit er zo dus heel wat geld naar het buitenland. Dit betekent dus dat we heel wat inkomsten mislopen, zowel voor de drankenproducenten en retailers als voor de overheid. Met andere woorden: niet alleen de koopkracht van gezinnen, maar ook de concurrentiekracht van Belgische bedrijven krijgt zware klappen door de hogere belastingen.”

Uit GfK cijfers blijkt dat in de afgelopen 5 jaar (van 2017 tot en met 2021) onze bedrijven zo’n 369 miljoen euro omzet aan hun neus hebben zien voorbijgaan door de grensaankopen. Minder omzet betekent minder investeringen, minder aanwervingen en lagere tewerkstelling. Aangezien de Belgische verbruiksbelasting ongeveer 45% bedraagt van de winkelprijs, heeft de overheid meteen over dezelfde periode meer dan 166 miljoen Euro aan inkomsten misgelopen. En daar zitten dan nog twee corona-jaren bij.”

VIWF pleit er dan ook voor om de heffingen dringend te herbekijken. De sectorfederatie kijkt dan vooral naar een shift in de taxering die de inkomsten optimaliseert en een win-win-win kan opleveren voor iedereen, i.e., de consument, de Belgische drankenindustrie en de staatskas. “Door de accijnzen te verlagen, dichten we de kloof met de buurlanden, waardoor grensaankopen minder aantrekkelijk worden en we dus zo meer Belgische aankopen stimuleren. Dit compenseert voor de overheid de lagere taxering, zorgt voor meer inkomsten voor onze Belgische producenten én levert meer comfort op voor de consument”, concludeert Bart Peeters.

Zwerfvuilheffing

Nieuwe taks maakt winkelkar 112 miljoen euro duurder

Als de nieuwe zwerfvuiltaks van de Vlaamse regering erdoor komt, krijgen de bedrijven een extra factuur van 112 miljoen euro voorgeschoteld. Drie keer meer dan in onze buurlanden, terwijl diezelfde producten bij ons al veel zwaarder belast zijn. Verpakkingstaksen zijn het nieuwe goud voor schatkist, en dat is compleet onaanvaardbaar.

De Europese richtlijn van 5 juni 2019 voorziet voor een aantal plastic producten voor éénmalig gebruik in een ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat producenten en distributeurs de kosten moeten dragen die gerelateerd zijn aan het zwerfvuil afkomstig van hun producten.

Elk land moet zelf de berekening maken van de te betalen zwerfvuilkost en daar wringt het schoentje. An Vermeulen, voorzitter VIWF: “ Dit komt in België neer op een bedrag van meer dan 10 euro per inwoner per jaar. In Frankrijk, Duitsland en Nedeland gaat het om respectievelijk 3, 3,5 en 5,5 euro. Tot drie keer hoger dus, wat onze concurrentiële positie in gevaar brengt en onaanvaardbaar is.”

Verpakkingstaksen: goed voor bijna 1 miljard

De nieuwe factuur komt boven op de al bestaande kosten voor de bedrijven voor verpakkingen, met name 205 miljoen voor inzameling en recyclage en de federale verpakkingsheffing op drankverpakkingen. Die bedraagt momenteel 351 miljoen euro, met nog eens met 60 miljoen euro verhoging vanaf 1 oktober 2023. An Vermeulen waarschuwt: “Reken daar 112 miljoen bij en je komt op 728 miljoen dat het bedrijfsleven betaalt. En dan hebben we het nog niet over de investeringen in een (digitaal) statiegeldsysteem die binnenkort gaan komen.”

Nog vorige maand brachten wij een studie uit waaruit bleek dat de grensaankopen in Frankrijk in het eerste kwartaal van dit jaar met maar liefst 60% waren gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De belangrijkste oorzaak daarvan is de fiscaliteit op de dranken. Deze nieuwe taks speelt alleen maar in de kaart van buitenlandse concurrentie

Suikertaks 2

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x